Wat doe je als 19e-eeuwse vrouw wanneer je man al meer dan een half jaar weg is en niets van zich heeft laten horen? In een tijd zonder telefoons, social media en landelijke politiesystemen?

Hilligje Schoemaker moest iets bedenken. Ze had al twee brieven naar het logeeradres van haar man Jan Klein in Amsterdam gestuurd, maar nooit antwoord gekregen. Ook niet toen ze in oktober een bericht stuurde dat ze weer een zoon had gekregen.  

Zoektocht naar Jan Klein

Eind maart besluit ze dat het tijd wordt voor actie. Ze vraagt Burgemeester Bentinck om namens haar een brief te schrijven naar de burgemeester van Amsterdam. In het brievenboek van 1860 staat een samenvatting van deze brief, waarvan ik de tekst naar meer hedendaags Nederlands heb vertaald: 

De persoon van Jan Klein geboren in het jaar 1823, van beroep boerenwerker, die is gehuwd met Hilligje Schoemaker, en die gewerkt heeft in de Haarlemmermeer, heeft sedert het laatste van september aan zijne vrouw niets meer doen weten. Hij heeft haar ook geen geld meer gestuurd.

Aan haar heeft hij als adres opgegeven: J.J. Lievers, logementhouder in de Nieuwe Zijdsarmsteeg bij de Voorburgwal n. 45 te Amsterdam. 

Zijn vrouw heeft 2 brieven naar het bovengenoemd adres gestuurd, maar geen antwoord terug ontvangen.

Daarom neem ik de vrijheid om u te verzoeken een nader onderzoek in te stellen en uw bevindingen te rapporteren. Vooral omdat de vrouw nu zonder middelen is.

In de ingekomen postboek van de burgemeester kom ik geen antwoord van de burgemeester van Amsterdam tegen. Zal hij de brief van Bentinck überhaupt wel ontvangen hebben? Helaas ontbreken de brievenboeken van burgemeester Jan Messchert van Vollenhoven in het stadsarchief van Amsterdam, dus op die vraag zal ik geen antwoord kunnen vinden. 

In Amsterdam of Haarlemmermeer?

Een bewijs dat Jan in Amsterdam was, vond ik wel in het Amsterdams stadsarchief. Jan heeft namelijk van 18 september tot en met 21 oktober 1860 op de mannenafdeling van het Buitengasthuis gelegen. Bij zijn registratie heeft hij keurig vermeld dat hij getrouwd was met Hilligje, de namen van zijn ouders opgegeven en vertelt hij dat hij afkomstig is uit Nieuwleusen. De Amsterdammers kenden vermoedelijk deze Overijsselse plaats niet en noteerden Nieuw Lunsen. Als woonplaats geeft Jan Haarlemmermeer op. 

Jan is niet de enige Nieuwleusenaar die tijdelijk naar Haarlemmermeer vertrekt om daar te werken. Ook de zoon van Gerrit Jan Roebersen (bekend van de 1859 boerenprotesten) vertrekt met zijn gezin naar deze gemeente. Het voormalige meer was begin 1850 leeggepompt, waardoor er veel arbeid nodig was voor het klaarmaken van de drooggevallen gronden voor landbouw. Arbeiders trokken naar het gebied om daar aan de slag te gaan, en misschien hoopten ze ook op een stukje grond. Zo ook Jan Klein, de man van Hilligje.

Bron: Stadsarchief Amsterdam – Tekening entree Buitengasthuis, datering 1900

Zijn naam komt ook voor in de registratieboeken van de gemeente Haarlemmermeer. Zijn achternaam wordt nu gespeld als Kleijn in plaats van Klein. En ook hier wordt zijn geboorteplaats verkeerd gespeld, dit keer is het Nieuw Heusden geworden. Zijn geboortedatum klopt wel behoorlijk goed. Bij de registratie staat 3 juni 1823, maar dit moet 4 juni 1823 zijn volgens de gegevens van de Burgerlijke stand in Nieuwleusen. Hij woont dan op hetzelfde adres als de arbeidersfamilie Colijn, die volgens het boek in december 1860 zijn vertrokken naar Aalsmeer. Maar blijkbaar zijn teruggekeerd, want de inschrijving dateert van 1 december 1861. Verder was het in die tijd niet ongebruikelijk dat gezinnen een kamer verhuurden aan een andere arbeider. Dus het kan goed zijn dat hij tijdelijk bij hen verbleef. Uiteindelijk wordt Jan als geregistreerde afgeschreven op basis van een Koninklijk Besluit in 1869. Met andere woorden, hij heeft zich nooit formeel uitgeschreven. 

Teruggekeerd naar Nieuwleusen?

Maar is hij wel teruggekeerd naar Nieuwleusen? In Nieuwleusen wordt op 19 juni 1863 aangifte gedaan van zijn overlijden. De aangifte wordt gedaan door twee oudere heren, waarvan één niet kan schrijven. Hij heeft het verleerd staat er. Dit hoeft niet per se te betekenen dat hij analfabeet is. Het kan ook zijn dat zijn zicht te slecht is en hij daardoor niet meer kan schrijven. In die tijd waren brillen nog geen algemeen gebruiksvoorwerp.

Is Jan Klein daadwerkelijk overleden in Nieuwleusen of hebben de twee heren een nep aangifte gedaan, zodat Hilligje formeel als weduwe door het leven kan gaan?. Op deze vraag zal ik geen antwoord vinden in het archief, hooguit vanuit verhalen van nazaten van deze familie. Alhoewel ik niet denk dat dit iets is wat wordt doorgegeven van de ene generatie op de andere. 

Landbouwster Hilligje Schoemaker

Hilligje is in ieder geval geen vrouw die bij de pakken neerzit volgens mij. Bij haar huwelijk met Jan Klein op 26 juni 1847 geven zowel haar moeder Grietje Melenboer als haar vader Egbert Schoemaker als beroep landbouwer op. Beide families zijn ook bekende boerenfamilies uit de omgeving van Nieuwleusen. Dat haar moeder Grietje als beroep landbouwster opgeeft, is ook niet heel ongebruikelijk in Nieuwleusen. Ik kom het regelmatig tegen. In die tijd, in de 19de eeuw, werkten vrouwen vaak gelijkwaardig met de man mee op de boerderij. Dat is pas gaan veranderen na de Tweede Wereldoorlog, toen boerenvrouwen vanuit de overheid gepusht werden om zich te richten op het voorhuis, het huishouden en het gezin.

Ik vermoed dat Hilligje haar man heeft ontmoet bij haar ouders thuis. Ten tijde van hun huwelijk was Jan namelijk boerenknecht. En nog geen 4 maanden na hun huwelijk werd al hun eerste zoon geboren. Hij kreeg de naam Gerrit, vernoemd naar Jan zijn vader. En het is een bekend fenomeen dat de boerenknecht weleens viel voor de boer zijn dochter, of andersom dat de dienstmeid trouwde met de zoon van een boer. Vaak was er dan wel een zwangerschap in het spel. 

Hun tweede kind, vernoemt naar Hilligje haar vader, werd geboren op 30 mei 1850. Dat is drie jaar na hun eerste kindje. Betekent dit dat Hilligje kennis had van anti-conceptie? Want weer drie jaar later, op 22 augustus 1853, wordt de derde zoon Arend Klein geboren. Arend is vernoemd naar de moeder van Jan Klein, die Aaltje heette. Bij die geboorteaangifte is Jan Klein trouwens afwezig. Niet zo raar, want het is de perfecte tijd voor veldwerk. En dan duurt het nog 6 jaar voordat hun vierde kind, Gerrit Jan Klein wordt geboren. Die ziet het daglicht op 12 oktober 1859. Ook dan is Jan Klein afwezig. Dit keer weten we waarom, want precies op dat moment ligt hij in het ziekenhuis van Amsterdam. 

Zoals ik al schreef, Hilligje ging volgens mij niet bij de pakken neerzitten toen Jan was overleden (of verdwenen). Later, bij het huwelijk van haar zoons, geeft zij namelijk als beroep landbouwster op.  

Haar oudste zoon Gerrit wordt trouwens schipper en trouwt in 1879 op 31-jarige leeftijd met de uit Avereest afkomstige Jantien Knol. Egbert Klein is bij zijn trouwen met Willemina Dellenberend uit Dalfsen, 24 jaar en arbeider. Arend, de jongste, trouwt met de Nieuwleusense Aaltje Prins en geeft dan als beroep landbouwer op. En tot slot is er dan nog Gerrit Jan Klein, die wordt ook schipper en trouwt in Avereest met Rensje Marsman. Alle 4 kinderen zijn dus volwassen geworden en getrouwd. 

Foto Beeldbank Nieuwleusen, foto uit 1932: Het meisje tweede van links is Ida Bouwhuis. Op de machine rechts staat Jentje Dekker.

Een tweede huwelijk met een boerenknecht

Hilligje zelf overlijdt op 10 januari 1894 in Nieuwleusen. Ze wordt slechts 56 jaar. Als ze overlijdt, is ze getrouwd met Jan Veijer. Drie jaar na het gemelde overlijden van Jan Klein, trouwt zij op 17 maart 1866 met de 10 jaar jongere Jan. Die geeft bij zijn huwelijk met Hilligje als beroep boerenknecht op. Had Hilligje weer een boerenknecht aan de haak geslagen? Opvallend detail is dat de moeder van Jan Veijer, Jantjen Klein heet. Zou Jan Veijer nog familie zijn van haar vorige man Jan Klein? 

En heeft Hilligje een eigen boerderij gehad, is zij op het ouderlijk adres blijven wonen of had Jan Veijer een eigen boerderij waar zij bij in is getrokken? En kan het inderdaad zo zijn dat ze voorgelicht is over anti-conceptie, maar door wie en hoe dan? 

Ik heb nog veel vragen, dus gaat de zoektocht verder naar antwoorden over deze boeiende vrouw die het aandurfde om naar de burgemeester te gaan met het verzoek een brief aan zijn collega in Amsterdam te schrijven, omdat haar man niets van zich heeft laten horen!

Enkele relevante documenten

Bron: Stadsarchief Amsterdam – registratie van Jan Klein in Buitengasthuis
Bron Collectie Overijssel: geboorteaangifte van Hilligje haar jongste zoon in oktober 1859
Bron: Noord-Hollands archief: registratie van Jan Kleijn in gemeente Haarlemmermeer. Datum inschrijving 1 december 1861.
Hilligje Schoemaker (1827 – 1894) is haar man kwijt

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je kan de inhoud van deze pagina niet kopiëren