De 19de eeuw is de eeuw dat de burger steeds meer macht krijgt en de invloed van de adellijke en regentenfamilies afneemt. Dat is ook terug te zien in het grondbezit rondom de Dedemsvaart. Daar waar in 1832 vooral adellijke en regentenfamilies het merendeel van de grond bezaten, ligt dat rond 1890 totaal anders. Dan is de meeste grond in handen van verveners, ambachtslieden en landbouwers. En vraag ik mij af, waar en hoe vind ik dan de arbeiders terug in het kadestrale archief? 

Om daar achter te komen, ben ik de archieven van het kadaster ingedoken. Als eerste heb ik het grondbezit rond 1832 in kaart gebracht. Dat ging vrij gemakkelijk omdat de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW) alle informatie vanuit die eerste kadasterkaarten en registers heeft verwerkt op digitale plattegronden. Hierdoor kon ik van alle percelen langs de Dedemsvaart noteren wie de eigenaren waren. Beginnende vanaf de gemeentegrens van Nieuwleusen en dan de vaart volgend richting Gramsbergen, met een zijtak richting Coevorden. Op eigen uitgeprinte kaarten heb ik alle namen ingevuld, zodat ik ook snel kon zien wie waar grootgrondbezitter was.

Grootgrondbezitters

Tussen Nieuwleusen en het huidige dorp Dedemsvaart, zijn de meeste gronden in het bezit van adellijke en regentenfamilies, vaak gelinkt aan de familie Van Dedem of Van Marle. Maar hoe verder ik naar het oosten ga, de vaker ik eigenaren tegenkom uit de omgeving van Lutten, Heemse, Ane en Gramsbergen. 

Wat mij ook opvalt, is dat er toen vrij veel rechten waren uitgegeven aan arbeiders, vooral rechten van opstal en vruchtgebruik. Ik kom dus meer namen van arbeiders tegen dan ik van tevoren had verwacht. Ik heb dan ook een lijst gemaakt van iedereen die ‘regten’ hadden op grond of opstal. Dit waren vooral arbeiders, maar soms ook timmerlieden, een geneesheer of een schipper. Dicht bij Balkbrug gaat het vooral om vruchtgebruik, maar verder naar het oosten verandert dat in erfpacht en recht van opstal.

Ook kom ik enkele arbeiders tegen die dan al een stukje grond hebben. Ik ben benieuwd of er nog nazaten van deze arbeiders in het gebied wonen. 

Patronen

Doordat ik het gebied perceel voor perceel in kaart heb gebracht, ontdek ik patronen. Zo valt mij op dat vanaf de grens met Nieuwleusen de percelen nog relatief groot zijn. In het gebied dat wij nu kennen als het dorp Dedemsvaart, daar zie je al de versnippering ontstaan. Er zijn hier relatief veel kleine percelen en ook veel percelen waarop rechten van opstal zijn uitgegeven. Voorbij het dorp Dedemsvaart, in het noordelijk deel van Lutten, zie je weer grote percelen.

Op een zandgebied midden in het veen staan veel huisjes. Deze zijn verhuurd aan arbeiders door middel van regt van opstal. De arbeider mocht er dus wonen en alles wat hij erop bouwde, bleef van hem. Tussen deze zandvlakte en een groot meer, is het latere Slagharen ontstaan. 

Foto: Kadasterkaart van 1832 is over een normale plattegrond gelegd van wat nu Slagharen is. De rode stipjes zijn de woningen in 1832.

Verder zie je dat in Ambt Hardenberg en Gramsbergen, het gebied vanaf Lutten richting Duitsland, veel meer grond in eigendom is van landbouwers, regentenfamilies en kooplieden uit de omgeving zelf. Zo is een groot deel van het Anerveen, waar later De Krim ontstaat, in handen van landbouwers uit Ane. Dat heeft zeker te maken met het feit dat we dan dicht bij de rivier Vecht zijn. Rivieren trekken van oudsher al mensen aan, en hier bevonden zich dan ook verschillende kleine stadjes en gemeenschappen. De verdeling van de marken daar werd ook vaak in onderling overleg gedaan, zonder bemoeienis van stedelingen. Je ziet dan ook vele lange smalle percelen of juist hele korte percelen.

Wat ik ook zie op de kadastrale kaarten is dat vlak bij Gramsbergen al veengronden zijn ontgonnen en nu in gebruik zijn voor landbouw. In deze omgeving was dus al best wel wat kennis t.a.v. turfwinning en ontginning. Ik vraag mij af of de Duitse turfarbeiders daar al seizoenswerk deden voordat de Dedemsvaart er kwam. Ik denk daarbij aan het verhaal van Kleine Staarman, die eerst in de omgeving van Lutten is gaan wonen. Kwam hij daarvoor al als trekarbeider naar deze regio en zag hij een kans om zijn positie te verbeteren door met een groep mensen hier naartoe te verhuizen? 

Veenbazen

Enkele eigenaren en rechthebbenden gaven al rond 1832 als beroep veenbaas op. Ook vond ik enkele namen van families die later zeer bekend zouden worden als vervener. 

Als eerste kom ik Benne Berends tegen. Hij had veengronden langs de Hoofdvaart, in wat nu het dorp Dedemsvaart is. Zijn percelen zijn een opsplitsing geweest van een oorspronkelijk perceel dat in het bezit was van Willem Jan baron van Dedem. In hetzelfde gebied kom ik nog een aantal andere Berends tegen, inclusief een weduwe. Zouden zij familie van elkaar zijn? En is deze Benne eigenlijk Bonne, de eerste Berends die zich heeft opgewerkt tot vervener? 

Veningen is een andere bekende familienaam. Roelof Veningen had rond 1832 al grond aan de hoofdvaart in bezit, maar had daarnaast ook diverse rechten op gronden en opstal. Op zijn eigen grond gaf hij rechten van opstal aan diverse arbeiders. Het interessante is dat hij zich geen veenbaas noemt, maar brouwer. Het huis van Roelof Veningen staat tegenover een gebouw met de naam ‘brouwerij’. Dit gebouw staat op het land van Reint Hendrik baron de Vos van Steenwijk. Vermoedelijk is hij dus als brouwer gekomen en heeft zich langzaam aan ontwikkelt tot vervener?  

Dorgelo is nog zo’n bekende familienaam die altijd terugkomt als voorbeeld van een bekende vervenersfamilie. Gerrit Dorgelo had diverse veengronden in zijn bezit rond 1832. Zij lagen in voormalig ambt Ommen en Hardenbergs grondgebied dat in 1837 bij de gemeente Avereest werd gevoegd. Vlak bij de voormalige kalkovens in Dedemsvaart staat in die periode een huis dat de naam Dorgelo draagt. Het is in het bezit van Willem Jan baron van Dedem. Er omheen liggen diverse huisjes van arbeiders die waarschijnlijk in het veen of bij de kalkovens werkten. Verder heeft ene Harm Jan Dorgelo (en mede-eigenaren), die schoolmeester is in Heemse, een stukje veengrond in ambt Hardenberg. Vermoedelijk gaat het hier om vader Gerrit met zoon Harm Jan, beiden onderwijzer van beroep. Gerrit in Ommen, Harm Jan in Heemse. 

Bernard Plomp heeft rond 1832 recht van opstal op een stuk grond van Willem Jan baron van Dedem. Als beroep staat er timmerman en op de kadastrale kaart staan een behoorlijk aantal gebouwen ingetekend. De familie Plomp werd later vervener, maar in 1832 had men nog geen eigen veengrond.

Voorbij het huidige dorp Dedemsvaart, vind ik nog drie veenbazen langs de Dedemsvaart. Zij waren eigenaar van enkele losse stukken veengrond. Het gaat om Klaas Olthuis van Anevelde, om Jacob Harloff wonende aan de Vaart in ambt Ommen, en als laatste is daar Hendrik Veldman uit de omgeving van Lutten. 

Vrouwen langs de Dedemsvaart

In mijn zoektocht naar grondbezitters lans de Dedemsvaart, kwam ik ook enkele vrouwen tegen. De meest invloedrijke, de vrouw met het meeste bezit, is de weduwe van Anthony Coenraad Willem baron van Haersolte. Haar naam is Juliana Dorothea Hisk Maria d’Arnaud. Zij noemt zich na het overlijden van haar man in 1820 douairière, weduwe van een adellijke heer. Die adellijke titel had haar man trouwens pas in 1819 gekregen, toen hij werd benoemd in de Ridderschap van Overijssel. De kadastrale kaarten zijn gemaakt rond 1820 en pas in 1832 gepubliceerd, en Juliana was toen al overleden. Vermoedelijk is al haar bezit naar haar enig kind en zoon Coenraad Willem Anthony gegaan. 

Een andere bekende vrouw is Albertje Remmelts Thijs. Zij kwam uit Drenthe en was getrouwd met Jannes ten Have. Samen runden zij een jeneverstokerij en boerderij in wat nu het dorp Dedemsvaart is. Op de kadastrale kaart staat zij genoemd als eigenaar van de brouwerij en boerderij. Zeven jaar na het overlijden van Jannes, in 1830, trouwt Albertje met Johan Heinrich Daman. Een Duitser die langs de Dedemsvaart werkte als aannemer van publieke werken. Hij werd later een succesvol vervener en kreeg veel aanzien vanwege zijn actieve rol in de politiek. 

De andere vrouwen die naar boven kwamen in het kadastraal archief van 1832 zijn mij nu nog onbekend. In ieder geval zijn zij allemaal weduwe van een arbeider of landbouwer. Het vinden van hun levensgeschiedenis vraagt om een diepgaander onderzoek. Ik heb wel hun namen genoteerd zoals ze voorkwamen in het kadastraal archief.  

Afronding

Het is inderdaad zo dat in 1832 de meeste gronden in handen waren van rijke adellijke en regentenfamilies zoals de Van Dedems, De Vos van Steenwijk en erven Evert Jan Eekhout. Zij zagen een goede investering. Echter, doordat het graven van het kanaal nogal vertraging opliep en het onderhoud slecht was, konden zij hun gronden niet gemakkelijk ontginnen. Daarbij vraag ik mij af of gebrek aan kennis van veenontginning ook een rol speelde. Het waren immers geen doortastende ondernemers, meer praters en denkers zo stel ik mij voor. 

In 1890 is de grootschalige turfwinning rondom het dorp Dedemsvaart voorbij. In gesprekken met de Staatscommissie Arbeidsenquête geven diverse verveners aan dat vele gronden verlaten bijliggen. Het zijn in potentie geschikte landbouwgronden, maar de eigenaren hebben niet het geld om ze daarvoor geschikt te maken. Rondom het dorpje De Krim wordt nog wel volop turf gewonnen, van daaruit trekken turfarbeiders in 1888 dan ook naar de Dedemsvaart om een hoger loon te eisen. Het is onderdeel van een reeks stakingen door arbeiders. Tot die tijd waren er slechts enkele kleine lokale stakingen van een paar dagen, nu gingen hele groepen arbeiders de straat op om te demonstreren. De tijden zijn in 1888 duidelijk verandert! 

Maar van dit alles is nog geen sprake in 1832. Toen waren de gezagsverhoudingen nog duidelijk en werden ze nauwelijks ter discussie gesteld. In de archieven van het kadaster zijn de arbeiders dan ook eigenlijk alleen maar terug te vinden als mensen die een recht van vruchtgebruik of opstal hadden. Slechts een enkeling heeft een stukje grond kunnen kopen, de rest is voor hun woning afhankelijk van adellijke en regentenfamilies. Ik ben benieuwd hoe dat zal zijn rond 1888. 

Wie waren de eigenaren en bewoners langs de Dedemsvaart in 1832?

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je kan de inhoud van deze pagina niet kopiëren